Hoe werkt het laadpunt?

Starten en stoppen van laden met de U:MOVE en het Hidden laadpunt

Het is uiteraard alleen mogelijk elektrische auto’s op te laden met het laadpunt. Laadtransacties met de auto zijn eenvoudig te starten en stoppen op de volgende manier:

U:MOVE

Om te kunnen laden moe

Het is uiteraard alleen mogelijk elektrische auto’s op te laden met het laadpunt. Laadtransacties met de auto zijn eenvoudig te starten en stoppen op de volgende manier:

U:MOVE

Om te kunnen laden moet de laadkabel verbonden zijn met de auto en het laadpunt. Als de auto goed verbonden is met het laadpunt, dan kleuren de LEDs bij de kabel groen. Als het laadpunt is ingesteld op Plug & Charge zal de auto gelijk gaan laden en de LEDs zullen op blauw springen.

Als het laadpunt niet op Plug & Charge is ingesteld, dan moet de gebruiker zich identificeren met een laadpas of druppel. Als het laadpunt de laadpas of druppel herkent als geldig en toegestaan, dan geeft het laadpunt een piepsignaal. De identificatie-LEDs kunnen even groen knipperen. Zodra de auto opdracht geeft om te beginnen, zal het laden gestart worden en zullen de LEDs blauw worden.

De volgorde van de handelingen maakt niet uit. Het is ook mogelijk om eerst te identificeren met de pas en daarna pas de kabel te bevestigen.

Een laadsessie kan gestopt worden door dezelfde laadpas of druppel voor het laadpunt te houden. Het laadpunt geeft een geluidssignaal als de laadpas of druppel wordt herkend. De identificatie-LEDs kunnen even knipperen. Als het de juiste laadpas is, worden de LEDs weer groen en wordt de kabel vrijgegeven. De kabel kan vervolgens uit het laadpunt worden gehaald.

HIDDEN

Bij een Hidden laadpunt is het niet mogelijk - doordat het laadpunt verborgen is - voor de gebruiker om zich te identificeren door de laadpas of laaddruppel voor het laadpunt te houden. Vaak is het zo dat de Hidden op Plug & Charge staat, maar het is ook mogelijk om de app te gebruiken om een laadsessie te starten geregistreerd op een specifieke pas.

t de laadkabel verbonden zijn met de auto en het laadpunt. Als de auto goed verbonden is met het laadpunt, dan kleuren de LEDs bij de kabel groen. Als het laadpunt is ingesteld op Plug & Charge zal de auto gelijk gaan laden en de leds zullen op blauw springen.

Als het laadpunt niet op Plug & Charge is ingesteld, dan moet de gebruiker zich identificeren met een laadpas of druppel. Als het laadpunt de laadpas of druppel herkent als geldig en toegestaan, dan geeft het laadpunt een piepsignaal. De identificatie-LEDs kunnen even groen knipperen. Zodra de auto opdracht geeft om te beginnen, zal het laden gestart worden en zullen de LEDs blauw worden.

De volgorde van de handelingen maakt niet uit. Het is ook mogelijk om eerst te identificeren met de pas en daarna pas de kabel te bevestigen.

Een laadsessie kan gestopt worden door dezelfde laadpas of druppel voor het laadpunt te houden. Het laadpunt geeft een geluidssignaal als de laadpas of druppel wordt herkend. De identificatie-LEDs kunnen even knipperen. Als het de juiste laadpas is, worden de LEDs weer groen en wordt de kabel vrijgegeven. De kabel kan vervolgens uit het laadpunt worden gehaald.

HIDDEN

Bij een Hidden laadpunt is het niet mogelijk - doordat het laadpunt verborgen is - voor de gebruiker om zich te identificeren door de laadpas of laaddruppel voor het laadpunt te houden. Vaak is het zo dat de Hidden op Plug & Charge staat, maar het is ook mogelijk om de app te gebruiken om een laadsessie te starten geregistreerd op een specifieke pas.